instellingen

Wij maken de discussie over geluidshinder simpel

Vlucht B744 nadert de kust bij Zandvoort, met ruim vijfhonderd kilometer per uur. Hij vermindert vaart en buigt lichtjes af om recht voor de landingsbaan van Schiphol uit tekomen. Direct is te zien hoeveel geluid het vliegtuig op straatniveau in Haarlem veroorzaakt: slechts 51 decibel, dus uiterst keurig. De inwoners van Hoofddorp zijn op hetzelfde moment minder blij: een startend vliegtuig zorgt daar voor 70 decibel aan lawaai. Welkom op www.geluidsnet.nl

De homepage vertoont een kaart van Schiphol en de wijde omgeving, van IJmuiden en Den Haag tot Utrecht. In een hoekje rechts onderaan staat ook nog een kaart van Maastricht, waar een Belgisch vliegveld in de buurt ligt. Op de kaarten geven vliegtuigjes in real-time de posities van opstijgende en landende toestellen aan, met – klikbaar -  de vluchtinformatie.

Belangrijker zijn echter de vijftig gekleurde bolletjes overal op de kaart: de meetpunten die aangeven hoeveel decibel de vliegtuigen veroorzaken aan de grond. Het aantal decibel wordt in getallen en in kleur weergegeven: hoe donkerder het bolletje, hoe meer.

Geluidsnet werd opgericht in 2004. ‘Om aan te tonen dat vliegtuiggeluid een zinvolle manier gemeten kan worden’, zegt Jasper Koolhaas, directeur van het huidige ‘Sensornet’ – waarvan Geluidsnet nu een van de producten is. ‘Mijn voorganger had psychologie gestudeerd, en hield zich bezig met het transparant maken van zaken waarvan iedereen dacht dat ze moeilijk te meten waren.’

En vliegtuiggeluid behoorde tot die categorie. Want hoe onderscheid je, op staatniveau, de decibellen van een vliegtuig van de decibellen van passerende brommers en vrachtwagens? Koolhaas: ‘De angst was altijd dat één vrachtwagen ervoor zou kunnen zorgen dat er honderd vliegtuigen minder per jaar zouden mogen landen, omdat ze teveel overlast zouden veroorzaken.’ De oplossing was echter verrassend simpel: de gegevens van meetstations die bij elkaar in de buurt liggen, worden gecombineerd. Want een vliegtuig is in een groot gebied hoorbaar, terwijl een vrachtwagen nooit op drie plekken tegelijk passeert.

In het jaar 2005 had Geluidsnet laten zien dat het meten van vliegtuiglawaai wel degelijk mogelijk is, en zou de organisatie worden opgeheven. Gemeenten waren echter erg gesteld geraakt op de meetresultaten, zegt Koolhaas. ‘Zij kunnen daarmee zien in hoeverre de klachten van hun burgers terecht zijn. Ze nemen die meetresultaten ook mee in het overleg met Schiphol: met eigen gegevens sta je sterk. Want Schiphol meet ook zélf het lawaai, maar dat doen ze doorgaans niet in woonwijken.’ Daarom werd er de BV ‘Sensornet’ opgericht, waarbij Geluidsnet het eerste product was.

Inmiddels nemen zestien gemeenten gegevens van Sensornet af: van Amsterdam tot Zaanstad. En ook Maastricht, dat een oogje wil houden op de eventuele overlast van het vliegveld bij Luik. ‘Ze kijken of ze in de praktijk heel andere decibellen zien dan was afgesproken.’

Op de site kunnen de gegevens van alle sensoren worden aangeklikt. De resultaten worden luid en duidelijk aangegeven in vier grafieken: het geluidsniveau van de afgelopen per 5 minuten, van het afgelopen uur, van de afgelopen dag en de afgelopen week. Vooral bij het geluidsniveau per uur is vaak, in een mooie golfbeweging, het patroon van de startende en landende vliegtuigen te herkennen. Eén sensor in Haarlem vertoont echter een vreemd, continu patroon van 70 decibel – best wel hard. ‘Daarmee is waarschijnlijk iets aan de hand’, fronst Koolhaas. ‘Die sensor staat op de rol voor onderhoud.’

De sensoren worden vaak geplaatst op de daken van openbare gebouwen in de deelnemende gemeenten. Nodig is een plat dak en een adsl-aansluiting om de gegevens per internet naar de centrale computer te krijgen.

Ook particulieren kunnen hun dak ter beschikking stellen, al wordt er geen vergoeding voor betaald. ‘Omdat het meetstation een maatschappelijk belang dient, zijn veel mensen wel genegen om mee te werken’, zegt Koolhaas. ‘Verder verbuikt het station slechts een paar euro stroom per jaar en blijft het dataverkeer via internet beperkt. Voor zulke lage kosten hoeven we geen circus met vergoedingen op te tuigen.’

De website meldt trots dat Geluidsnet onlangs een eervolle vermelding heeft binnengesleept bij de WebWijzerAward. Bij deze oudste prijs op het gebied van de electronische overheid worden jaarlijks twee eervolle

vermeldingen toegekend aan niet-overheidsorganisaties die burgers bij het bestuur betrekken. ‘Dankzij Geluidsnet hebben de burgers in  de regio Schiphol niet alleen inzicht in de geluidsniveaus  die vliegtuigen op straatniveau veroorzaken, maar ook in de aanvliegroutes en -hoogtes. Voor het eerst zijn er objectieve gegevens beschikbaar, gegevens die dus niet gekleurd zijn door Schiphol zelf’, aldus de jury.

De site wordt voornamelijk bezocht door particulieren. ‘Er kijken op elk willekeurig moment wel zestig tot zeventig mensen’, weet Koolhaas. Zeker sinds op de site niet alleen de geluidsniveaus maar ook de vliegbewegingen precies te volgen zijn. ‘Onze bezoekers zijn mensen die last hebben van vliegtuigen, maar ook mensen die er wild-enthousiast over zijn.’

Daarnaast krijgen de deelnemende gemeenten elk een eigen rapportage, met daarin de gegevens gegroepeerd - hoeveel vliegtuigen kwamen wanneer langs en hoeveel decibel produceerden ze – die nodig zijn in de discussies over geluidshinder. Koolhaas: ‘In die discussie gaat het niet alleen om absolute geluidsgrenzen per vliegbeweging, maar ook om gemiddelden per jaar.’

Sensornet gaat de komende tijd haar dienstverlening verder uitbreiden naar de industrie en samenleving. Koolhaas: ‘Laatst hebben we de geluidsdruk gemeten van een dance-feest dat de hele nacht doorging. De bewoners, de gemeente en de organisatie kunnen dan direct zien of de norm overtreden wordt. En de organisatie kan het geluidsniveau meteen aanpassen.’

Koolhaas voorziet een bloeiende toekomst voor zijn bedrijf. ‘Op veel plekken in het land is onenigheid over geluidshinder. Er is een veroorzaker, er zijn mensen die er last van hebben, en de overheid zit daar tussen. De overheid stuurt dan traditioneel iemand met een geluidsmeter de wijk in, maar die komt dan natuurlijk nét langs op tijden dat de overlast meevalt. Met onze sensoren kan iedereen meteen zien hoeveel decibel er op welk tijdstip gemeten wordt. Dat maakt discussies over geluidshinder een stuk simpeler.’

Bron: Context, Opinierend magazine voor de publieke sector van BMC.

 

Naar nieuwsoverzicht
delen
  • Google+
  • LinkedIn
  • NUjij